You are here:  >>> Columns 

Kikkerland

Het is opgehouden met regenen. De storm heeft huisgehouden in het beboste landschap en het herfstpalet versombert. Ik rijd huiswaarts in filevrij Ardennenland. En toch vorder ik maar langzaam want kikkers springen met trossen uit de bermen en huppelen nonchalant over het asfalt. Ik slalom, rem, wacht, claxonneer en versnel, met als enig doel geen enkel van die merkwaardige beestjes te pletten. Een diersoort die reeds bestond ten tijde van de dinosauriërs, dient met respect behandeld te worden.

Het is met kikkers als met de kiezers van het Vlaams Blok: ze wachten op gepaste tijden om zich outen. Na zes jaar het gezanik te hebben moeten aanhoren over zwarte zondagen, lieten heel wat burgers hun schaamtegevoel vallen en zegden trots aan wie het horen wou dat ze op het Blok gestemd hebben.
En er zijn nog meer overeenkomsten.

De biotoop van de kikker wordt gekenmerkt door myopie. Alles wat zich binnen een straal van pakweg 50cm bevindt, wordt haarscherp in de gaten gehouden. Wat zich verder weg bevindt, is warrig en wazig en bestaat niet en is daarom irrelevant voor dit kwakend volkje. Kikkers zullen de banden van mijn wagen dan ook nooit als een gevaar ervaren, want veel meer dan een donkere schim zien ze er ook niet in. En als mijn banden binnen hun gezichtsafstand komen, dan is het te laat...
De Blokkiezers beschikken ook over hetzelfde dieptezicht als een kikker. Ze staan dan ook anecdotisch en extreem egocentrisch in het leven.
Hebben ze ongelijk? Misschien niet, maar tussen geen ongelijk hebben en een vollediger wereldbeeld ophangen, zit een hele dosis inzichten en relativering.
Besluit: je mening laten afhangen van sarma-gefilosofeer, gebaseerd op huis- tuin- en keukenarvaringen, is geen goede basis om een maatschappij mee uit te bouwen.

Wallonië kent geen Waals Blok, en nochtans zitten er asielzoekers tot in de kleinste Ardense dorpen. Worden zij dan niet uitgespuugd, met de vinger gewezen of voor vreemd en gevaarlijk aanzien? Toch wel. Want hun lichaamsgeuren zijn anders, hun kledij opvallend kleurrijk of extreem haveloos, hun gedrag en hun taal afwijkend en daarom zijn ze een makkelijke prooi voor jaloezie en voor projectie van de eigen frustraties en angsten.

's Avonds is het donker in de Ardense dorpen. De wegen zijn niet verlicht (de melkweg is met het blote oog zichtbaar aan het firmament), er zijn geen neons in de straten en de kikkers kwaken boven de schaarse menselijke geluiden uit. De Ardennees trekt zich terug in zijn natuurstenen woonst, snijdt een plak van zijn ham en bezuipt zich. Cocooning avant-la-lettre. Maar schijn bedriegt.

Het dorp op wiens grens mijn huis gesitueerd is, was verleden jaar in twee gedeeld. Eén deel van de bevolking wou de asielzoekers weg, het andere deel liet een petitie rondgaan en haalde het geïntegreerd zijn van de kinderen in de dorpsschool aan als argument om de uitgeprocedeerden alsnog hier te houden.
Het tolerante kamp heeft de mening van de anderen nooit kunnen wijzigen, maar een afglijden naar extreme toestanden werd wel vermeden. Juist omdat er gediscussieerd werd tussen de dorpelingen. En die discussies leidden tot apaisering, tot mildere opinies, tot een mensvriendelijkere opstelling. Zo werden roddels over diefstallen, toegekend aan asielzoekers, ontkracht omdat in de discussies de feiten ook hun rechten kregen. Problemen met betrekking tot de infrastructuur of aanslepende burenruzies kwamen plots op het voorplan, en bleken de emotionele ondergrond van waaruit een vlammende vingerwijzigng naar de "vreemdelingen" was begonnen. Sommigen zagen in dat ze problemen waaraan de asielzoekers geen schuld hadden, geprojecteerd hadden op deze ingeweken gezinnen. Frustraties vonden gehoor (daarom nog geen oplossing, maar je hoeft de kikker niet altijd te zien om te kunnen genieten van zijn aanwezigheid) en het radicale toontje werd getemperd. Door de discussies werd het sociale weefsel aangehaald en versnipperde het "eigen volk eerst"-kamp. Het zwart-wit denken maakte plaats voor nuances en relativering en de tolerantie nam toe.
Belangrijk bij dit alles was de rol van de politieke militanten. Zij waren nergens te bespeuren; en dat deed de geloofwaardigheid van degene die met de petitie rondgingen, stijgen.
Mede door zulke collectieve debatten (elk gezin werd aangesproken en de onderwerpen waren maandenlang gespreksthema) heeft extreemrechts geen kans gezien om als protestpartij te groeien.

Dus ja, de democratie heeft gezegevierd in Wallonië. De proteststemmen (want die zijn er natuurlijk) gingen tijdens de voorbije gemeenteraadsverkiezingen naar de democratische oppositiepartijen. Nemen we het dorp van de Jacht als voorbeeld. De PS (zes jaar lang uit het beleid gezet) verdubbelde haar zetelaantal naar 8. Ze leverde meteen de burgemeester en diende onder de twee regerende partijen (cdH en MR) een partner te zoeken.
En kijk, de debatcultuur werd ook binnen één fractie met open vizier verdergezet. De 8 gekozenen van de PS gingen -letterlijk- met mekaar op de vuist! 4 tegen 4; de ene groep wou in zee met het cdH, de andere met de MR.
Geweld is een folkloristische deugd in tijden van overvloed, denk ik dan.

De Waalse identiteit verschilt van de Vlaamse, wordt wel eens geponeerd. Walen zouden Bourgondisch ingesteld zijn, waar Vlamingen de decadentie verkiezen en Ollanders dan weer calvinistisch zuinig zijn. Het zijn clichés, en vaak (gelukkig maar) onwaar op microvlak, maar er schuilt een waarheid op het vlak van morele gedragscodes. Vlamingen eisen de perfectie (decadentie creëert immers een nonchalance-gevoel van: alles is toch mogelijk) en staan aan de klaagmuur als die perfectie er niet is. Moesten Blokstemmers begrijpen hoe complex en allesbehalve evident ("normaal" in hun woordenschat) het bestuur van een stad wel is, ze zouden veel meer begrip tonen voor het bestuur. Vergelijk eens het gedrag bij het opvragen van een telefoonnummer aan een inlichtingendienst, en je merkt dat de Vlaming met moeite dank u zal zeggen en eerder zal besluiten dat hij toch wel lang heeft moeten wachten, daar waar de Waal en de Nederlander hoffelijk zullen meedelen dat de receptioniste dat toch wel heel handig en snel voor mekaar heeft weten te brengen. Decadentie houdt dus ook in dat men het vanzelfsprekend vindt dat anderen (de staat, een dienst) vanzelf uw wensen inwilligt; zonder dat men zich in de plaats stelt van de betrokkenen en eventueel zou inzien dat het opsnorren van info niet zo evident is, en men het dus niet zomaar mag eisen dat er snel resultaat is. De Blokstemmers die kankeren op de zogezegd slecht-werkende overheid, zijn vaak zelf te lui, te dom of te slordig om in hun professionele bezigheden een perfecte dienstverlening te geven.

De Waal is tevreden als er luxe en overvloed is; hij is ook met minder akkoord en zal minzamer met frustraties omgaan. Hij is reeds tevreden als hij merkt dat er aanzetten tot verbetering zijn. Het geeft hem het imago van economisch op een trager spoor te zitten.
De Nederlander zal dan weer bereid zijn te wroeten tot hij de perfectie benadert; en in dat wroeten het geluk (moeten) vinden.
En de Vlaming zit tussen hamer en aambeeld, tussen fluwelen handschoen en bokshandschoen, tussen begrotingsoverschotten en lege spaarpotten.
Geef daarom de kiezers van het Vlaams Blok wat financiële armslag. Roep niet van de daken dat het goed gaat met de economie, want het gaat alleen goed voor mij, als ik ook meer geld over hou op het einde van de maand. En dat is niet geval als ik moet leven van een uitkering die pas binnen twee jaar wordt opgetrokken; of als mijn boetiek in een opengebroken straat ligt en ik mijn facturen nog amper kan betalen. En als mijn zuiderse overburen tot 12 uur 's nachts aan hun voordeur staan te palaberen… dan vind ik euforische uitspraken over de winstgroei en het stijgende BNP demagogische taal die als een natte dweil wederom in mijn gelaat aankomt. Ik wil mijn frustraties van de daken schreeuwen, ik wil een bak bier leegzuipen met mijn medemensen, ik wil dat er geen zwerfvuil of chantiers voor mijn voordeur liggen… ik wil mij als simpele mens die niet gestudeerd heeft en zich af en toe goed voelt als ik kan kankeren, opnieuw veilig voelen binnen mijn kikvorsperspectief. Want door naar de VTM of TV1 te kijken, wordt mijn perspectief niet vergroot; integendeel: ik merk dat vele anderen ook zoals ik, dat wat er voor mijn voordeur gebeurt belangrijker vinden dat al het andere nieuws. Ik heb niet gewild dat de partij die de zondagen zwart maakt, zo groot is geworden. De kikkers zullen altijd een kikvorsperspectief hebben, en ook voor mij is het te laat om te veranderen.
Als men dus wil dat het Blok zal smelten als sneeuw voor de zon, zal men de reële problemen hic et nunc moeten oplossen.

Inculturalisatie, dat is het ordewoord! Er zijn geen migranten. Er zijn alleen culturele schakeringen. En soms botsen gewoontes. En dan moet de ingewekene zich aanpassen, maar niet integreren. Je kunt in een Vlaamse stad geen vuil op straat kieperen. Die regel opgelegd krijgen is inculturalisatie. Maar welk vuil je creëert (couscous of fritafval), daar ben je vrij in! Als je 't maar recycleert.

Haal het vuil 4 maal per week op! Laat al wie aan zijn wagen zit te prutsen zelf de olievlekken opkuisen of geef ze een depot waar ze kunnen morsen. Leg houten loopbruggen aan tot in de winkels zodat de kleine zelfstandige (in Wallonië zijn er zelfs hele kleine zelfstandigen als erkende categorie!) zijn cliënteel niet verliest wanneer de straten opgebroken zijn.

Geef de misnoegde Vlamingen in hun achterbuurten ook een eigen kaart in het monopolyspel, want waarom kan je daar alleen maar huizen en hotels bouwen op de Meir en Brussel Nieuwstraat, en niet in 't Schipperskwartier, de Seefhoek of de Marollen?

Wat als er geen overlast meer is? Dan krijgt je Waalse toestanden. Men stemt terug op SP.a of CD&V. En men gaat onderling op de vuist om de postjes te verdelen. Heerlijk toch, die Keltische achtergrond in ons.

Al kan je ook een schoktherapeutisch effect proberen te bewerkstelligen. Kom een keertje met 1/3 van de Antwerpse bevolking naar Altitude 367 voor een nachtwandeling. De duisternis van het woud met alle onzichtbare geluiden, zal hen pas écht confronteren met angsten. Eens terug in hun Scheldestad, zullen ze blij zijn om 's avonds in het veilige aanschijn van een straatlantaarn, in een passant een asielzoeker te kunnen herkennen, en niet een gevaarlijk dolend everzwijn.
En o ja, zorg er wel voor dat ze tegen de ochtend terug weg zijn, hé. Ik wil geen Aantwaarps dialect horen bij het krieken van de dag, maar wel het gekwaak van kikkers.
Of ben ik nu onverdraagzaam?

(Altitude 367)

 

Print this page Back Next