You are here:  >>> Columns 

Vlaanderen Dogville

Vlaanderen Dogville
(ook als .doc [30 KB] )

Niet dat we de romans van Joyce en Flaubert in de vuilbak moeten smijten, maar het beeld dat men in het begin van de 21ste eeuw heeft van het gedrag, de motivatie en conflicten van menselijk handelen, is grondig gewijzigd. En dat danken we aan de neurobiologie die het verschil tussen emoties en gevoelens in kaart heeft gebracht. Meteen moeten we ook ons woordgebruik verfijnen. Om te beginnen dienen we de primaire emoties die mens en dier kenmerken (angst, woede, afkeer, verbazing, verdriet en geluk) te onderscheiden van verfijndere oftewel sociale emoties, als schaamte, schuld, sympathie, verwarring, trots, afgunst, dankbaarheid, bewondering en verontwaardiging.
Elkeen is in staat de primaire emoties te ondergaan. Ze maken het mogelijk om in leven te blijven. Ze maken het onderscheid tussen wat heilzaam is (bv. een voedselbron) en wat schadelijk kan zijn (een onvriendelijke omgeving of een indringer). Op die manier kan er door het organisme (snel) gehandeld worden.
De meeste primaten zijn ook in staat tot verfijnde emoties. Zowel chimpansees als patriotten kloppen zich op de borst uit fierheid of zwaaien met vlaggen of ontbloten hun achterwerk om hun terrein af te bakenen. Psychopaten zijn hierop een uitzondering: zij kennen vaak geen sympathie, verwarring of dankbaarheid. Hun hersenactiviteit is dusdanig anders dan ze het hen onmogelijk wordt gemaakt om emoties op het vlak van medeleven te ervaren.

Gevoelens komen pas in het spel wanneer men kan spreken van de aanwezigheid van een (zelf)bewustzijn. Gevoelens zijn impressies (gewaarwordingen) die het gevolg zijn van een constatatie (vaststelling) van emoties. Zonder ratio geen gevoelens! En zonder emoties geen gevoelens. Vandaar dat psychopaten geen gevoelens kennen op het vlak van medeleven: ze ervaren immers ook een aantal verfijnde emoties niet. Ze kennen niet eens de gêne die de hond die iets mispeuterd heeft doet wegstappen met zijn staart tussen zijn benen. En daarom deert het hen niet wanneer ze anderen laten lijden.
Emoties moeten dus tot je doordringen vooraleer ze gevoelens worden. Doen ze dat niet, dan reageren we emotioneel op een situatie. Dit wil zeggen dat bij een confrontatie met een vreemdeling, we die ervaren als een indringer, dus als een potentieel gevaar, waardoor onze reactie er een van afweer (primaire emotie) zal zijn. Vlaming zijnde, of inwoner van Dogville, het imaginaire bergdorp uit Lars von Triers gelijknamige film, zijn we “van nature” meer verweven met zij die de eigen taal spreken of zij die met ons in het afgelegen dorp wonen. Vlamingen hebben zich generatie na generatie overgeleverd geweten aan bezettingstroepen allerhande die de skepter zwaaiden (en vaak ook een andere taal spraken). Primaire afweerreacties konden rustig gedijen. En dus wordt, net als in Dogville, de vreemdeling onmiddellijk gezien als een gevaar voor de gewoonten en tradities van de eigen dorpelingen (een uitvergoot clangevoel). Wanneer die vreemdeling zich aanpast en geïntegreerd geraakt, en ook geapprecieerd wordt omwille van waarden die gedeeld worden (zoals noest arbeiden), dan kunnen verfijnde emoties de kop opsteken, als daar zijn sympathie, genegenheid, bewondering. Maar bij de minste misstap van de vreemdeling (en al te vaak legt men de morele lat net iets hoger t.o.v. de vreemdeling dan tegenover de eigen incrowd), of bij eigen wrevel of frustratie, kan schaamte ontstaan omdat men niet zo succesvol is als de vreemdeling, waardoor men zich nog ongemakkelijker gaat voelen en de geassimileerde er aan zal herinneren dat hij/zij ooit een vreemde was. Onmiddellijk steken sociale emoties als jaloersheid, afgunst en concurrentie de kop op en de vreemdeling –ofschoon geïntegreerd- wordt opnieuw als tweederangsburger bekeken. Zo kan men kan hem/haar rechten ontzeggen die de autochtonen wel hebben, bv. stemrecht als het om Vlaanderen gaat, of het recht door een plantsoen te wandelen in Dogville.
Laat het duidelijk zijn: Dogville vertelt ons dat wanneer we ons gedrag laten bepalen door primaire emoties, het serieus misloopt. We gaan een xenofoob gedrag vertonen en anderen uitsluiten, zonder dat die andere een werkelijk gevaar voor ons zijn. En dat zet de deur open naar extreem en pervers gedrag.

Hoe kunnen we die instelling van uitsluiting (die we voor onszelf perfect kunnen verantwoorden want we ervaren ze als natuurlijk, spontaan, emotioneel oprecht en dus verantwoord) wijzigen?
Door er een gevoel van te maken. Door ze dus te rationaliseren. Door onze gemoedtoestand bij het zien van een “vreemdeling” te analyseren. Door ons gedrag en ons gemoed in vraag te stellen wanneer we xenofobe impulsen voelen opwellen en de ander aan het stigmatiseren zijn. Concreet dienen we in onszelf te zeggen: waarom word ik ertoe geleid om die vreemdeling af te stoten en vind ik in elk minuscuul gegeven een reden/opportuniteit om hem met de vinger te wijzen?
Het gros van de Vlaams Blokstemmers in Vlaanderen zijn neurobiologisch gesproken niet in staat om van hun (primaire) emoties gevoelens te maken. Zijn zij er “te dom” voor? Of, zoals hij psychopaten, is hun hersenactiviteit lichtjes beschadigd? Bij sommigen (denken we maar aan vierde wereldmensen met een IQ van minus 85) is dit zeker het geval. Maar bij de anderen is er m.i. eerder spraken van een onderontwikkeld netwerk van neuronen. Immers: de doorstroming van neurale stroomstoten van de emotionele hersendelen naar de gevoelszones, is onontbeerlijk om positieve gevoelens te kunnen hebben in onze contacten met vreemdelingen. M.a.w. willen we de sterke primaire emoties beteugelen, dan dienen we een rijk gevoelspalet te ontwikkelen. En dat doen we o.a. door ons met kunsten bezig te houden. En met psychologie. En door literatuur te verorberen waarin personages in zichzelf ploeteren. Daarin verschillen doordeweekse soaps met de gedichten van Rilke of Mister Bloom uit de Ulysses van Joyce: soaps tonen ons personages die niet diep durven gaan in zichzelf; ze uiten hoogstens hun ervaringen op emotionele en, brute en kwetsende wijze (pas dan –zeggen de Amerikaanse handboeken– heb je drama) terwijl de wereldliteratuur ons nu net wel op sleeptouw neemt doorheen de innerlijke hellekrochten en paradijzen.

Dogville is Vlaanderen in het klein. Dogville bestaat uit Vlamingen die enkel maar Vlaming zijn en die hun ervaringen enkel hebben laten inkleuren door tradities, door gekende zaken en die het moeilijk hebben wanneer er nieuwe dingen binnensijpelen. Het ontbreekt hen aan een leerproces om om te gaan met negatieve emoties en deze te rationaliseren en er zo afstand van te nemen, ze te toetsen, bespreken en niet onmiddellijk uit te gaan van het eigen (emotionele) gelijk. Waarom voel ik haat of aversie, is de vraag die Dogvillers zich moeten stellen. Wanneer zij omringd zijn door gelijkgezinden, zullen zij collectief zonder meer van hun gelijk vertrekken en hun emoties volgen. De schoonheid, de rijkdom van het “verschillende”, van het “anders-zijn” dat de vreemdeling binnenbrengt, de rijkdom van het spiegeleffect dat dit teweeg brengt (we leren onszelf exploreren door geconfronteerd te worden met het andere dat ons onszelf in vraag doet stellen waardoor we een ander kunnen worden) weigeren ze en daardoor leren ze de gevoelens niet te ondergaan die door de ander binnengebracht wordt. Dogvillers lijden aan gevoelsarmoede, en zullen zich verweren wanneer we hen hierop wijzen. Ze zullen zeggen dat eenieder rond hen ook zo is, en dat ze zijn wie ze zijn. En dat ze dat niet kunnen (en willen) veranderen.
En daarin vergissen ze zich! Want mensen zijn wel degelijk te veranderen. Wij kunnen wel degelijk primaire en secundaire emoties ondergaan, zonder ons gedrag hierdoor te laten dirigeren. Maar dan dienen we die emoties in kaart te brengen, ons bewust te zijn dat we ze hebben, ze te toetsen op het waarom van hun voorkomen, en op hun legitimiteit. En we moeten ook een kleurrijk palet van positieve gevoelens in stelling brengen tegen de negatieve impact van die emoties. Zo moeten we denken aan de vreemde spijzen, films, muziek die we reeds ondergingen en die we als een aangenaam gevoel ervoeren. We moeten m.a.w. een ander netwerk in werking zetten dat het netwerk van de negatieve emoties onschadelijk probeert te maken. Misschien is dat de definitie van intelligentie… Misschien is intelligentie een kwestie van netwerken die naast mekaar, en door mekaar functioneren en die diverse lagen van onze hersenen tegelijk aanspreken, zodat we verhinderen dat een laag of een netwerk het voor het zeggen zal hebben.
Totalitaire denkers, overtuigde cartesianen, politieke radicale activisten zijn andere voorbeelden van mensen die het moeilijk hebben een genuanceerd gedrag te vertonen. Nemen we als voorbeeld de tolerantie. De doorsnee Vlaming en de Dogvillees blinken niet uit in tolerantie. Maar in het decennialang tolerantere Nederland wordt vandaag een streng migratiebeleid gevoerd en blijkbaar aanvaardt progressief Nederland dit. Kutmarokkanen bestaan! Omdat in elk mens een ambetanterik kan schuilen of een arrogante (islam)macho die jonge deernes op de dansvloer komt lastigvallen. En natuurlijk zijn er culturele verklaringen voor machisme, maar met een “wees steeds en voor iedereen tolerant”-houding die dogmatisch linkse denkers kenmerkt, geraken we niet veel verder. Deze ideologen laten steeds hun neurale “wees tolerant voor iedereen”-netwerk primeren, en weten geen blijf met gedrag dat niet in die stroomlijning ligt. Zoals Dogvillers een ander neuraal netwerk in werking zetten, eentje dat steeds opnieuw de indringer op zijn plaats zal zetten.
De neurobiologie zal de romankunst laten heruitvinden omdat de personages doorheen hun eigen gedrag zullen kijken en zo de nodige afstand nemen van hun emotioneel handelen. “Zijn” krijgt een nieuwe betekenis, het is het product van een resem netwerken die bij momenten contradictorisch zijn. Soms zijn ze eeuwenoud (de primaire emoties als de heirbanen in ons brein); dan zijn ze nieuw, maar met de nodige wegenwerken en oplappingen.
Wie het mens-zijn reduceert tot een evidentie en steeds dezelfde sporen volgt, zal al snel zuchtend en klagend door het leven gaan. Wie de charmes van de organiseerbare chaos als leitmotiv neemt, zoeft met de snelheid van een TGV voorbij de files der relationele conflicten. Bij momenten, dan toch.

 

Print this page Back Next