Volgende twee aspecten liggen aan de basis: - de idee om een twintigtal mensen (twee kunstenaars, een arbeider, een studente, een antropologe, een cynisch theatermaker, een natiegetrouwe senior, een monnikachtige figuur, etc., begeleid door een tv-ploeg) dwars door België een witte mars (pelgrimsvoettocht) te houden (de locaties zijn dan ook: Ardense bossen, autostrade, Martelarenplein te Brussel, Vlaams platteland en kust); - een eigen(tijdse) interpretatie van de Orpheus-mythe.
Bedoeling van de voettocht blijkt het oproepen van een TRANCE te zijn die meteen ook een statement is, n.l. de verbondenheid van burgers en gewesten van België, en dit tegen de achtergrond van mistoestanden (alluderend op de witte marsen). Echter, de groep mensen die zich verzamelen zijn erg heterogeen en het waarom van hun aanwezigheid verschilt dan ook. Wat de één ernstig neemt, wordt door een ander geridiculiseerd. Doorheen deze maatschappelijke caleidoscoop wordt het tweede deel van de Orpheus-mythe verweven, het moment waarop de troosteloze Orpheus (hij heeft zonet zijn vrouw definitief verloren) zich afwendt van de vrouwen en enkel nog met dieren wil omgaan. Hierdoor haalt hij zich de woede van de Menaden (wellustige dames) op de hals, die met hem erotische betrekkingen wensen. Ze zullen hem onthoofden.
Wie is nu Orpheus anno 2005? Een muziekleraar (Nic) wiens relatie met zijn (tweede) vrouw op de klippen loopt bij aanvang van de tocht. Deze Orpheus weigert nog langer (geloof in de) liefde maar is wél uit op wellust. Bovendien bezit hij hypnotische gaven. En wie zijn de Menaden? Aanvankelijk is er slechts één Menade: een antropologe die net is teruggekeerd van een reis bij natuurvolkeren waar ze a.h.w behekst werd. Zij zal een spelletje spelen met Nic en hierin zijn ex betrekken en met haar een lesbische relatie beginnen. De twee dames zullen Orpheus "afmaken" door hem geen enkele houvast meer te gunnen m.b.t. amoureuze relaties. Wat hem rest is –met de steun van een ascetisch deelnemer- als enige het einddoel van de tocht te voltooien terwijl de anderen feestvieren en zo verzaken aan het doel van de tocht.
Parallel met de vijf-dagen-durende pelgrimage doorheen Belgenland, is er het verhaal van een man die vanuit Spanje terugkeert naar België (per trein) en in Parijs hallucinogene peotl ophaalt om zo als koerier centjes te verdienen. Hij zal de wandelaars vervoegen en zijn aanwezigheid zal de relaties op hun kop zetten, terwijl de peotl én een bron van lachen, én van ontknoping en rare wendingen zijn.
Een neventhema is kunst (en haar maatschappelijke relevantie). Het initiatief van de tocht kwam immers van twee (gearriveerde) kunstenaars. Het is hun idee om het gezelschap te verplichten de hele tocht door een grote boomstam (die artistiek behandeld is geworden) als een relikwie mee te sleuren. Zij verplichten iedereen witte kledij te dragen die niet verwisseld mag worden tijdens de tocht. Verder is er een reeks van zes tarot-kaarten die bepaalde sequenties afbakenen. Deze tarot-kaarten zijn uiteraard geïntegreerd in het verhaal (bv.: een kaart stroomt door een bergstroompje; een kaart is levensgroot geschilderd in de hall van een dancing). Wie de diepere betekenis van de kaarten kent, kan zich daar mee in laten. Doch de afbeeldingen op de kaarten zijn op zich reeds duidend genoeg.
De stijl is zowel poëtisch (beeldtaal) als humoristisch (burlesk). Wat er tussen de personages gebeurt is herkenbaar, doch de absurditeit van het geheel doet ons glimlachen. Zware discussies worden zo makkelijk verteerbaar. Ruzies en andere dramatiek zitten gehuld in een gelaten sfeer. Het geheel speelt zich af in de zomer. Veel zon maar ook regen. En de “peotl-man” vertrekt in een Spaans badstadje en pikt zijn lading op in Parijs.
SYNOPSIS We bevinden ons aan de oever van een Ardense rivier in de bossen, waar een twintigtal deelnemers zich zullen verzamelen. NIC (=Orpheus; een muziekleraar die na de dood van zijn échte geliefde (in een verkeersongeval) nog langer weigert muziek te maken, en hertrouwde met GINA) komt uit het water van de rivier gekropen. Blijkt dat hun relatie is stukgelopen. Zal blijken dat GINA open staat om relaties met vrouwen aan te gaan. NIC kan dit moeilijk aanvaarden. De groep is heterogeen. Er zijn oa. de twee organisators (kunstenaars) die het hele gedoe opzetten om “in trance te geraken door te stappen”, maar die uiteindelijk het opzet misbruiken voor eigen publicitair belang; een cynische theatermaker die alles ridiculiseert; een idealistische conservatieve natuurvriend; een aantal vrouwen, waaronder KAREN. Zij is net terug van een verblijf bij een natuurvolk en zij zal een dubbele relatie aangaan: én met Nic; én met Violen. Wat uiteraard de nodige spanningen oplevert in deze driehoek. Deze Karen bezit magische gaven, waardoor zij trance kan oproepen. Zij is de eerste MENADE, die langzaamaan de andere vrouwen rond zich kan scharen. Het geheel wordt ook gevolgd door een tv-ploeg. Zij interviewen de deelnemers en we zullen merken dat deze voor de camera een mening ventileren die het tegenovergestelde is van wat ze voorheen (of erna) gezegd of gedaan hebben.
Tijdens de doortocht van de Ardennen wordt er oa. gejaagd op een zwijn, er wordt gezamenlijk gegeten, een vliegtuig stort neer in hun nabijheid (waardoor een discussie ontstaat over al of niet helpen: ze besluiten zich er niets van aan te trekken, wat voor sommigen de groepssfeer definitief stukmaakt). Dit alles zijn plot-points waardoor de spanningen tussen de personages blootgelegd worden.
Nic wil een kind. Een kind is voor hem de enige manier om daadwerkelijk onsterfelijk te zijn (door het nageslacht). Vermits zijn vrouw (Violen) hem dit niet wil geven, bekomt hij van Karen dat ze dit doet. Karen wil echter enkel het kind baren (omwille van de ervaring en het genot); ze wil het niet opvoeden.
Parallel met dit verhaal, volgen we KRISTOPH, een mid-dertiger die terugkeert per trein uit Spanje en in Parijs wat drugs (peotl) oppikt (hij speelt voor courier). Edoch: de vrouw van wie hij de peotl krijgt, valt uit het raam. Kristoph vlucht. Hij vermoedt dat de vrouw dood is en dat men hem zal beschuldigen. Hij verstopt de peotl in een camembert. Wanneer hij België binnenrijdt, wordt hij dusdanig paranoïde, dat hij vermoedt door rechercheurs gevolgd te worden. Op het moment dat zijn trein door de bossen rijdt (en onze pelgrims langs de spoorlijn lopen), trekt Kristoph aan de noodrem en springt uit de trein. Hij vervoegt de pelgrims.
Niet iedereen is gelukkig dat Kristoph zomaar mee verder stapt. En wanneer hij zijn camembert niet wenst te delen, is het velen te erg. Een handgemeen volgt. Maar Nic beschermt Kristoph. En komt te weten wat er in de camembert zit. Nic maakt dit bekend, waardoor sommigen de kant van Kristoph kiezen, en anderen hem willen uitleveren. Karen en Violen azen op de peotl (het schenkt hen genot). Uit het bos komende, en zich begevend op de autostrade, vervoegt een autostopster het gezelschap. De vrouw is de zus van een Chinees die in Brussel een dancing heeft, die fungeert als draaischijf voor drug-handel. Het is in die dancing dat Kristoph zijn peotl moet afleveren. Het is ook in die dancing waarheen een deel van de pelgrims heentrekken; terwijl de anderen de bivak opstellen op het Martelarenplein. De rijkswacht valt binnen in de dancing. Nic probeert Kristoph te helpen ontsnappen, maar deze wordt toch opgepakt.
Het hele gedoe rond de drugs verdeelt de groep nog verder. Nadat ze een (artistiek) monument achterlaten op het Martelarenplein, trekken ze door Vlaanderen naar zee. Op 1 km. van het strand wordt een feest gegeven in een molen (symbool uit de Orpheus-mythe). Het feest is georganiseerd door de twee kunstenaars, die er tevens een vernissage houden. Het komt tot een handgemeen tussen de 'gearriveerde' kunstenaars, en een bohemien (die ook aan de tocht deelnam). Voor de Menaden (Karen, Violen ea. vrouwen) is dit het sein om het roer in handen te nemen. Zij buigen de vernissage om in een 'orgie' (Bacchanten!) en er zal een huwelijk plaatsvinden tussen Violen en Karen. Nic probeert dit huwelijk te verhinderen en snijdt de ringvinger van Karen af. Waarna hij buitengedreven wordt.
Nic zal uiteindelijk –geholpen door een monnikachtige deelnemer- als enige de pelgrimstocht afmaken. Hij draagt de boomstam tot op het strand. Aan de stam heeft hij een brandbare draad bevestigd die uitgerold werd van de molen tot aan het strand. Hij steekt de draad in brand en wandelt dan de zee in. Steeds verder wandelt hij... ook onder water... Terwijl brandt de molen af.
PERSONAGES
NIC, 35, ringbaardje en haar in staartje VIOLEN, 32, zwart kort haar, provocatieve uitstraling, zelfzeker KAREN, 28, blond, elegant, intellectueel egocentrisch WALTER, 50, volle baard, vriendelijk, beeldhouwer VIC, 45, kaal, velouren kledij, schilder met eeuwige pet JEF, 50, arbeider, ruw (type seksistische vakbondsmilitant oude stempel) JAN J, 26, bohémien-kunstenaar, nonchalant, kleurrijk THEATERMAKER, 40, de enige die in ’t zwart is met witte “rouwband”, cynsich, klein rond brilletje (type Luc Perceval) MARIE, 28, mollig, sociaal assistente (type jonge Mieke Vogels) HILDE, 30, klein en pezig en energiek, natuurproudctenfreak KATELIJNE, 26, lange blonde haren, sportief type STROOBANTS, 50, baard, pijproker, grijs haar, draagt boswachterskledij in ‘t wit ; gelooft in België en koningshuis, conservatieve waardenverdediger JACKIE, 32, vriend van Jan J., dandy, draagt das en Italiaanse schoenen (Kurt van Eeghem-type) BRUNO, 28, fotograaf, heeft over alles en iedereen een kritische mening, is onhandig en betweterig SONJA, 25, Afrikaanse, elegant (tv-presentatrice-type) BERT, 33, buddhistisch gïnspireerd, sandalenloper, monniktype dat door meditatie elke emotie overwint KRISTOPH: 33, gebruind, korte jeans (geëngageerde gedetacheerde leraarstype wiens relatie stuk aan het lopen is)
TIJDS- en PLAATSBEPALING.
Het geheel speelt zich af in de ZOMER. Veel zon maar ook regen. Volgende locaties komen in aanmerking: - Ardense bossen en weiden - Spoorlijn - Autostrade E 411 - Spaans dorpje (kan ook in Z-Frankrijk liggen) - Brussel - Vlaamse polder - Oude watermolen - Zee en duinen U kunt op aanvraag (mits motivatie) het scenario bekomen.
|