Meerkeuzevragen aan Prins Carnaval

Meerkeuzevragen aan Prins Carnaval

MEERKEUZEVRAGEN AAN PRINS CARNAVAL
(Altitude Zero)

Er zijn verkiezingen op komst, en dan vliegen de enquêtes ons om de oren. Tijdens de overtocht uit het skioord -waar minister van Binnenlandse Zaken Dewael in de mist tegen een paaltje aan skiede- had hij ruimschoots de tijd om na te denken over het hoofddoekenprobleem, en hij deed dit in de vorm van enkele vragen die hij steekproefsgewijs aan zijn medeburgers zou willen voorleggen. Naast hem zat iemand die nog hoger in rang staat, namelijk de Aalsterse Prins Carnaval, tot wie de minister zich richtte, terwijl hij een en ander insprak in zijn dictafoon. Bij het uitstappen (of beter: het dragen over de tarmac) verloor de minister zijn toestelletje, maar gelukkig was een hostess zo vriendelijk ons het bandje te bezorgen.
Dewael getuigt duidelijk van een hele nieuwe beleidsaanpak: door middel van meerkeuzevragen die hij aan de burger wil voorleggen, wil hij aantonen hoe moeilijk het nemen van beslissingen wel is.


“Vraag 1: zeg welke uitspraken fout zijn:
• Mijn buurman is bakker en soms is zijn brood niet meer vers en toch moet ik de volle prijs betalen;
• Naast mij woont een Jood en die bakt brood en –zoals zoveel Joden- probeert die mij oud brood voor nieuw te verkopen;
• Naast mij wonen Marokkanen die voor bakker spelen en mij heel de tijd bedriegen.

Ge moet weten, eerbiedwaardige Prins, dit is een strikvraag want in mijn straat wonen alleen Belgen, al heeft de een bruin velletje en de andere een scheef neusje en ze zingen allemaal een beetje als ze babbelen. (de minister lacht)
De meeste burgers vullen die vraag dus helemaal verkeerd in, hé. Ze kiezen voor twee of drie. Ze snappen dus niet dat ge mensen niet zomaar Marokkaan of Jood moogt noemen omdat hij ietwat andere genen heeft. Wij zijn trouwens allemaal van zes oermoeders afkomstig; behalve gij, Prins Carnaval, want gij bestaat alleen virtueel. (stilte, waaruit we duidelijk merken hoe fier de minister is dat hij dat woord kan gebruiken)
Ik weet wel dat het niet gemakkelijk is om altijd te zeggen: “burger X, van die of die origine, werd betrapt op diefstal”, en dat we daarom zeggen: “de diefstal werd gepleegd door een Jood of Marokkaan”; maar als een bakker oud brood verkoopt, dan doet ‘em dat niet omdat hij Jood of Marokkaan is; wat ‘em feitelijk niet eens is, want hij is een culturele mix; zoals dat ik ook een culturele mix ben. De enige mens die geen culturele mix is, dat zijt gij, Prins, want, ik herhaal het: gij bestaat alleen virtueel. (Patrick lacht luid)

Tweede vraag die aan de medeburger wordt voorgelegd handelt over geloof. Ik wil van hen weten welke uitspraak correct is.

• Tolerantie wil zeggen dat ge een ander respecteert, ook al is hij gelovig, waardoor die dus een hoofddoek mag dragen waar en wanneer hij of zij dat wil.
• Tolerantie wil zeggen dat ge een ander gedoogt en zijn geloof vrij laat belijden, behalve op plaatsen waar het u niet goed uitkomt.
• Tolerantie wil zeggen dat ge vrij zijt om een ander scheef te bekijken als ‘em anders is als gijzelf. En dat die ander zich moet aanpassen.

Ik geef toe, dat is een heel moeilijke; ik heb die uit een filosofisch boekske gehaald. Het juiste antwoord is het tweede. Ja, ik respecteer geen Islamieten want bijgeloof is onnozel. Maar ze mogen wel met hun kontje naar Mekka gaan liggen, voor mijn part. Als ze maar niet als islamiet aan politiek gaan doen. Scheiding van kerk en staat, hé. Tussen haakjes: ik respecteer ze wel als mens; los van hun geloof. Maar soms zien zij daar zelf geen verschil in. Zij noemen zichzelf dan IsIamiet. Zijzelf zouden dus op de vorige vraag gezegd hebben dat het eerste zinnetje verkeerd is. (Stilte. De minister moet duidelijk diep nadenken over wat hijzelf zonet gezegd heeft).

Uit dat boekske heb ik er nog één. Keimoeilijk. Welke logica is de juiste?

• Als alle orthodoxe Joden de Belgische nationaliteit hebben, in een getto leven
en de hele dag hun eigen taal spreken, behalve wanneer ze diamanten verkopen, dan mogen Belgen van Noord-Afrikaanse origine ook Arabisch spreken behalve als ze een nachtwinkeltje opendoen, dan moeten ze ook Nederlands kunnen.
• Als alle orthodoxe Joden de Belgische nationaliteit hebben, in een getto leven
en de hele dag hun eigen taal spreken, behalve wanneer ze zaken doen, dan wilt dat nog niet zeggen dat wie niet in een getto woont (zoals Belgen van Noord-Afrikaanse origine die een beetje overal zitten) de hele dag Arabisch mag klappen.
• Als alle orthodoxe Joden de Belgische nationaliteit hebben, in een getto leven
en al héél héél lang in de stad wonen, dan mogen die de hele dag hun eigen taal spreken, behalve wanneer ze in hun winkel staan. Maar wie nog niet lang in dit land woont (minder dan 20 jaar), die moet Vlaams leren klappen, zich integreren en mag zijn eigenheid niet behouden.

Je kunt natuurlijk ook “taal” vervangen door respectievelijk “keppeltje” en “hoofddoek”. Wat zou jij antwoorden, Prins Carnaval…? Prins Carnaval…? Hallo… waarom draait gij u nu om? Wat zegt ge? Ge vindt het niet meer plezant? Ge vindt dat allemaal veel te ingewikkeld? Tja, democratie is niet voor simpele geesten, hé. Trapt ge het liever af en gaat ge zuipen? Ge doet maar hé. Maar op mijne plaaster moogt ge geen handtekening zetten!”

Waarna de minister een kreet liet en wij dus denken dat hij zijn been aan het verplaatsen was. Blijkbaar was zijn “val” dus écht, en geen door een spindoctor in mekaar gestoken afleidingsmanoeuvre om met medelijden rond de persoon van Dewael de perikelen van het migrantenstemrecht voor zijn partij ietwat te verzachten.
Dat belet niet dat wij toch bedenkingen hebben bij het feit dat een eventuele premier van dit land buiten de officiële verlofperioden skiën gaat en daarbij risico’s neemt. Al is de symbolische waarde van het gebeuren wel heel groot: zowel minister als ex-partijvoorzitter zaten even in een dikke mist…


(c) 2010 - All rights reserved

Print this page